Mona Hatoum

Mona Hatoum werd als dochter van Palestijnse vluchtelingen geboren in Beirut (Libanon). Zij verhuisde in 1975 naar Engeland om daar te studeren aan de Slade School of Fine Arts. Door het geweld tijdens de burgeroorlog in Libanon (1975 tot 1990) kon zij lang niet terug naar haar familie. In haar kunst werkt Hatoum met performances, video en foto's, maar zij maakt vooral sculpturen en installaties die verwijzen naar historische en politieke strijd die in de wereld werd en wordt gevoerd. 

Haar werk gaat vaak over angst en strijd. In installaties gebruikt Hatoum licht en geluiden die bij de beschouwer een psychologische reactie uitlokken. Met haar vormgeving verwijst ze naar het surrealisme en minimalisme, en naar de Arte Povera. Ze maakt conceptuele kunst waarmee ze ons met nieuwe ogen naar de werkelijkheid laat kijken. De verhalen die zij met haar werk vertelt spelen in op het spanningveld tussen orde en chaos, schoonheid en afstoting, vertrouwdheid en gevaar.

In de jaren ‘90 werkte Hatoum met eenvoudige vormen en structuren om thema's als afzondering en opsluiting te verbeelden. Veel werk uit deze periode verwijst naar de ambivalente betekenis die de begrippen ‘thuis’ en ‘vaderland’ voor haar hebben.
Mona Hatoum - landkaart zeep (3)
Voor een tentoonstelling in Israël gebruikte Hatoum blokken olijfzeep (een traditioneel Palestijns product), waarop zij betwistte grenzen in het Midden-Oosten weergaf. De Palestijnse enclaves leken op een door de oorlog versplinterde archipel, maar de sterke geur van zeep riep sterke herinneringen op aan haar vaderland. Een metaforisch werk als een puzzel van zeep, met veranderende, weg te wassen landsgrenzen. En een reactie op de diplomatieke akkoorden die in Oslo werden gesloten over zelfbestuur voor de Palestijnen en landsgrenzen, tussen Israëli's en Palestijnen in 1993 en 1995. 

In andere ‘kaarten’ gaf Mona Hatoum landsgrenzen aan met glazen kralen, die bij de minste verstoring van plaats veranderden. Ook het ,tapijt van knikkers’, waarin de wereldkaart is gemaakt van tienduizenden balletjes, geeft de fictieve zekerheid van de grenzen weer.
De installatie ‘Bunker’ uit 2011 heeft minimalistische vormen. De Libanese hoofdstad Beiroet verandert voortdurend door oorlogsgeweld en wederopbouw. Dit werk is opgebouwd met zware, stalen structuren vol kogelgaten, en roept het beeld op van kapotgeschoten gebouwen. 
Mona Hatoum - deel van de installatie ‘Bunker’ 2011

Mona Hatoum - Stilleven met granaten medicijnkastje, Murano glas 
Mona Hatoum - Thuis 1999 (1)
Ook de installatie Thuis (1999) roept onbehagen op, een ongemakkelijk gevoel, een plaats die benauwd, waar terreur heerst waarvan geen uitweg mogelijk lijkt. Het lijkt in eerste instantie op een gewone keuken, want ‘Thuis’ is een installatie met een lange tafel op wielen, die gedekt is met metalen keukenspullen waar lampen in branden. Een trechter, rasp, schaar, vergiet, en cakevorm zijn met elkaar verbonden door snoeren die de lampen van elektriciteit voorzien. Met een softwareprogramma is de frequentie en de intensiteit van de belichting geregeld, en is een knetterend geluid van de elektriciteit te horen dat wordt versterkt door luidsprekers. De installatie staat achter een barrière van dunne horizontale stalen draden die de kijker scheidt van de gevaarlijke, dodelijke stroom. Kenmerkend voor de kunst van Hatoum, verwijst ‘Thuis’ zowel naar intimiteit als naar gevaar. (2)

Mona Hatoum - Hangende Tuin 2008
Ander werk van Mona Hatoum lijkt bij de Arte Povera thuis te horen. In de 'hangende tuin' (2008) heeft Hatoum 770 jute zandzakken opgestapeld tot ooghoogte. Samen vormen ze een 10 meter lange muur, zoals die ook als barricades gemaakt worden als verdediging tegen vijandelijk geweervuur. Ze worden veel gebruikt in oorlogsgebieden, bij checkpoints en grensovergangen. Maar ondanks de associaties die de vorm en het materiaal van deze barricade oproept, heeft Mona Hatoum de zakken gevuld met zaden die ontkiemen. Daardoor kleuren grassen de muur frisgroen en ontstaat een beeld van groei en kiemkracht. Met dit werk verwijst zij naar de tegenstelling tussen het gevoel van veiligheid, bescherming en groei en de tegenpolen: angst, gevaar en dood.

Piero Manzoni - Socle du Monde 1961     .     Mona Hatoum - Pedestal of the World 1993 
In een andere, conceptuele sculptuur reageert zij op een werk van Piero Manzoni: de "sokkel van de wereld". Manzoni liet in 1961 de wereld vanuit een nieuw perspectief zien door een metalen sokkel met de tekst: ‘sokkel van de wereld’ om te draaien, om daarmee aan te geven dat hij de wereld een nieuw fundament had gegeven. Hatoum maakte in 1993 een variant op dit conceptuele kunstwerk van Manzoni met een magnetische kubus, die bezaaid is met ontelbare, kleine metaaldeeltjes, die door magnetisme steeds andere, organische vormen kunnen aannemen. (4)  De enorme magnetische kubus is bedekt met ijzervijlsel die zich vormen tot meanderende strengen, als hersenkwabben of kronkelige darmen. De sokkel van Hatoum lijkt op een levend organisme. Miljoenen kleine vijlseldeeltjes worden op hun plaats gehouden door een onzichtbare kracht. 

De gebruikte materialen, structuren en formele elementen die Hatoum gebruikt doen soms denken aan het minimalisme. Maar in tegenstelling tot wat kunstenaars van deze stroming wilden, brengt Mona Hatoum een boodschap met haar werken. Zij werkt vanuit een sociale en politieke inhoud, zonder er een activistisch pamflet van te maken. Haar werk combineert verontwaardiging met eenvoudige geometrische vormen. De installatie 'Bunker' toont 35 karmozijnrode schommels die bewegen zonder elkaar te raken; op het eerste gezicht lijkt het een speeltuin. Maar op elke schommel is een kaart van verschillende hoofdsteden uitgesneden (inclusief waterwegen, heuvelachtige terreinen en wegen). De schommels zijn in schuine hoeken ten opzichte van elkaar opgehangen. Zodra de schommels in beweging worden gezet, kunnen zij alleen maar botsen.

bronnen:
1. www.guggenheim-bilbao.es/en/works/home
2. Mona Hatoum, tentoonstellingscatslogus. (Salamanca: CASA, Centro de Arte de Salamanca; Santiago de Compostela: Centro Galego de Arte Contemporáneo, 2002)
3. https://mapsartblog.wordpress.com/2013/06/16/mona-hatoum
4. Women Artists in the 20th and 21st Century - Petra Löffler - Uta Grosenick,Ilka Becker - Taschen, 2001 pagina 186-191