New Pop, ook wel Superflat genoemd, is een nieuwe kunststroming die eind jaren ‘90 begon in Japan. De stijl lijkt een vervolg op Pop Art, maar veel elementen komen uit de Japanse pop cultuur: met name Manga en Anime.
De komst van de Amerikaanse vloot (1845), de Japans-Chinese Oorlog (vanaf 1937), de aanval op Pearl Harbour (1941), de atoombommen op Hiroshima en Nagasaki (1945) en de Amerikaanse militaire regering (tot 1952) maakten Japan tot wat het vandaag de dag is. De economische opbloei die het land in minder dan dertig jaar in de hoogste gelederen van de industrielanden bracht, is onlosmakelijk verbonden met het overnemen van Amerikaanse modellen, dat wil zeggen: van een systeem waar de Japanners zich met alle macht tegen hadden verzet, en daarom van een blijvende confrontatie met hun eigen capitulatie.
In New Pop formuleren de kinderen van het economische wonder, kunstenaars, conservatoren en critici, allemaal geboren tussen 1959 en 1965, hun kritiek op het heersende systeem in het algemeen en hun onvrede met de geringe maatschappelijke relevantie van de hedendaagse kunst in het bijzonder. Het belang dat zij hechten aan de populaire vormentaal is dan ook niet alleen een uitdrukking van de visuele invloeden die hen persoonlijk hebben gevormd, maar ook een ironische verwijzing naar de discrepantie tussen de officiële cultuur en de werkelijke invloed van de popcultuur.
De wortels van Superflat zijn ook verbonden met Zen, een godsdienst zonder God of hemel. Het benadrukt leegte, het hier en nu, concentratie op wat er is. Vanuit deze traditie worden in de Superflat-stroming grenzen overschreden tussen genres, massacultuur en ‘high culture’.
De wortels van Superflat zijn ook verbonden met Zen, een godsdienst zonder God of hemel. Het benadrukt leegte, het hier en nu, concentratie op wat er is. Vanuit deze traditie worden in de Superflat-stroming grenzen overschreden tussen genres, massacultuur en ‘high culture’.
Traditioneel is in Japan ook nooit onderscheid gemaakt tussen kunst en ambacht. Grensvervaging in kunst wordt in de multiculturele samenleving bovendien steeds makkelijker door technologie en globalisering.
Takashi Murakami
Takashi Murakami
De grondlegger van de Superflat stroming is de Japanse kunstenaar Murakami. Zijn stijl wordt gekenmerkt door platte kleurvlakken en een tekenstijl als bij anime en manga. Hij raakte gefascineerd door de Otaku cultuur die naar zijn idee het moderne Japanse leven toont. Otaku is een naam voor mensen die verslaafd zijn aan anime, manga of videogames.
Het woord kaikaikiki werd al gebruikt voor tekeningen uit de 16de eeuw in de ‘Kano –stijl’. Murakami schrijft met Japanse karakters op de oren van zijn figuren: Bizar, maar verfijnd en: Kwetsbaar, maar sterk. De kunstenaar laat zijn karakters deze complexe tegenstelling uitstralen. Kaikai en Kiki verschijnen in beelden, schilderijen en tekeningen, samen, alleen of met andere figuren.
Superflat is een artistieke stijl die voortkomt uit de Otaku subcultuur en consumentisme. Net als Andy Warhol en Jeff Koons neemt Murakami de lage cultuur als voorbeeld en verkoopt het aan de hoogste bieder in de "high-art" markt. Hij stelt zijn producten beschikbaar in de vorm van schilderijen en sculpturen maar ook als video's, T-shirts, sleutelhangers, muismatten, pluche poppen, telefoonhoesjes en limited-edition Louis Vuitton handtassen. Claes Oldenburg verkocht al in de jaren 1960 zijn kunstwerken in een eigen winkel, Andy Warhol deed dat ook. Wat Murakami anders maakt is dat zijn werk overal te koop is: in speelgoedwinkels, als snoep, stripverhalen en als Louis Vuitton design tas.
Murakami's stijl is een amalgaam van Warhol, Roy Lichtenstein en Oldenburg, en Japanse anime en manga.
Manga
Manga en anime zijn massaverschijnselen in Japan met ideologische en economische kracht. De Japanse Mangacultuur omvat meer dan stripboeken. Japan heeft een lange traditie van het verhalenvertellende beeld. Het woord manga dook voor het eerst op als de titel van een serie schilderijen (zonder teksten) door Katsushika Hokusai. Het type manga van tegenwoordig combineert zowel Amerikaanse als Japanse invloeden en kwam tot ontwikkeling in de jaren twintig. Toen maakten moderne druktechnieken het mogelijk dat uit Amerika geïmporteerde strips de traditionele Japanse beelden vervingen. Het sociale belang van de eenvoudig getekende, vlakke, en meestal zwart-witte drukwerken en hun ingekleurde verwanten, anime, groeide mee met de economische opbloei na de Tweede Wereldoorlog.
Manga en anime zijn massaverschijnselen in Japan met ideologische en economische kracht. De Japanse Mangacultuur omvat meer dan stripboeken. Japan heeft een lange traditie van het verhalenvertellende beeld. Het woord manga dook voor het eerst op als de titel van een serie schilderijen (zonder teksten) door Katsushika Hokusai. Het type manga van tegenwoordig combineert zowel Amerikaanse als Japanse invloeden en kwam tot ontwikkeling in de jaren twintig. Toen maakten moderne druktechnieken het mogelijk dat uit Amerika geïmporteerde strips de traditionele Japanse beelden vervingen. Het sociale belang van de eenvoudig getekende, vlakke, en meestal zwart-witte drukwerken en hun ingekleurde verwanten, anime, groeide mee met de economische opbloei na de Tweede Wereldoorlog.
Osamu Tezuka (1928–1989) was de vader van de hedendaagse manga. Hij is de 'uitvinder' van de ronde en grote ogen die typerend zijn voor mangafiguren.
Kunstenaars als Murakami doen meer dan alleen het overnemen van de eenvoudig opgebouwde figuurtjes die zij zo goed kenden van hun kindertijd. Zij tonen ook de maatschappelijke functie van de manga als een mogelijkheid om (virtueel) te ontsnappen aan de werkelijkheid. In Japan komt de vlucht uit de werkelijkheid het duidelijkst tot uitdrukking in de otaku beweging. Het beeld van de otaku in Japan is dat van een te dikke, onhandige verslaafde aan computergames of andere media, die alleen contact heeft met gelijkgezinden die evenmin in staat zijn om contact te maken met de buitenwereld. Ondertussen bedraagt het geschatte aantal jongeren dat bezweken is voor het quasi technoanimisme van de wereld van computergame, Internet en manga, meer dan een miljoen, en vormen zij daarmee een gemeenschap binnen een gemeenschap.
Vooral Takashi Murakami probeert sinds 1993 vat te krijgen op de otaku cultuur sinds 1993, omdat hij in dit massaverschijnsel iets typisch Japans ziet. Een van zijn uitgangspunten waren de kleine driedimensionale anime poppetjes die de otaku's graag verzamelen en waarin de erotische dromen van de vaak manische fans, die zelf geen menselijk contact meer kunnen maken, het duidelijkst tot uitdrukking komen.
Zijn levensgrote Miss Ko en My Lonesome Cowboy versterken en maken tegelijkertijd een karikatuur van de seksuele connotaties van die poppen, die altijd hetzelfde beeld van gladde schoonheid en jeugd geven. De reactie van de otaku gemeenschap op deze provocatie was tweeslachtig, omdat zij de ironische afstand in Murakami’s werk zien als een bedreiging voor de dingen die zij bewonderen.
Een veel voorkomend motief in het werk van Nara is 'het peutermeisje', dat er op het eerste gezicht schattig uitziet, maar de beschouwer boos aankijkt. De figuren worden in zoete kleuren afgebeeld. Het beeld krijgt een andere lading en spanning wanneer blijkt dat sommige van die meisjes een mes of een zaag bij zich dragen. De onderhuidse agressie wordt zichtbaar. De monochrome achtergrond is vaak atmosferisch geschilderd.
Nara wil een stem geven aan een generatie die zich niet kan of wil uitdrukken.Toyoko Shimada
De Japanse kunstenares Shimada woont en werkt in Europa. Zij leeft als het ware tussen twee culturen. Haar werk is gebaseerd op het Superflat gedachtengoed. Uitgangspunt is het centraal stellen van de persoonlijke beleving en een ‘hier en nu’ houding. Ze ontleent haar inspiratie aan de spanning tussen traditioneel en modern, natuur en cultuur, spiritualiteit en materialisme. Daarnaast speelt duurzaamheid als element van onze tijdgeest in haar werk een grote rol.
Een belangrijk kenmerk van haar projecten is de betrokkenheid en creativiteit van deelnemers, zoals in het Foodology-project. Voedsel, mode en kunst zijn nauw verbonden met onze persoonlijke, culturele en sociale identiteit. Smaken en voorkeuren verbinden en verdelen mensen. Door kunst, voedsel en mode te combineren, brengt Foodology een vernieuwende en positieve kijk op onze cultuur. Mensen met verschillende achtergronden worden bij de realisatie van o.a. cross-culturele theeceremonies betrokken. Zo leren mensen van elkaar, raken geïnspireerd en wordt kunst meer toegankelijk.
Kunst is voor alles communicatie. Kunst is voedsel voor de ziel.
The wondertree is een interactief kunst en cultuurproject 'met inbreng van creatieve mensen uit verschillende disciplines, hun spiritualiteit, hun gedachten, hun emoties, hun uitdrukkingsmogelijkheden'. Shimada ziet creativiteit als bron van duurzaamheid in de multiculturele samenleving. Het project krijgt onder meer vorm in een mobiele galerie en is via interactieve webcams te volgen.
Mariko Mori (1967)
De Japanse kunstenares Mariko Mori maakte midden jaren negentig geënsceneerde foto’s.
In haar werk staat de tegenstelling tussen fantasie en werkelijkheid centraal. Ook mixt zij motieven uit de kunstgeschiedenis met invloeden uit de mode, design, muziek, manga en science fiction. Ze schept kunstmatige landschappen, waarin ze zelf vaak in verschillende gedaanten optreedt. Als voormalig fotomodel heeft zij zichzelf tot onderwerp van haar werk gemaakt. Ze presenteert zich in allerlei virtuele ensceneringen als een buitenaards, feeëriek wezen.
In haar werk staat de tegenstelling tussen fantasie en werkelijkheid centraal. Ook mixt zij motieven uit de kunstgeschiedenis met invloeden uit de mode, design, muziek, manga en science fiction. Ze schept kunstmatige landschappen, waarin ze zelf vaak in verschillende gedaanten optreedt. Als voormalig fotomodel heeft zij zichzelf tot onderwerp van haar werk gemaakt. Ze presenteert zich in allerlei virtuele ensceneringen als een buitenaards, feeëriek wezen.
De Enlightenment Capsule is in 1998 gemaakt van lichtgevende kunststof (Himawari systeem, van zonnebloemen, uitgevonden door Mori’s vader, professor Kei Mori). Door gebruik van optische vezels en een zonnecel in de lotusbloem geeft de bloem licht en lijkt te zweven.
In dit werk komen technologie en spiritualiteit samen.
Ook in haar grote, traanvormige Wave Ufo maakt Mori gebruik van de moderne wetenschap en techniek.
Voor dit futuristisch walvisvormig object werd een speciale holografische verf ontwikkeld, en zittingen van technogel, een materiaal dat reageert op de druk van het menselijk lichaam. Bezoekers worden in de ufo meegenomen op een reis van zeven minuten naar een esoterische kosmos. In het gewelf van het binnenste van de ufo worden beelden geprojecteerd door een programma dat de hersengolven van de ‘reizigers’ leest en tegelijkertijd weergeeft. In die zeven minuten krijgen de bezoekers beelden te zien die voortkomen uit Mori’s geloof dat alles en iedereen in deze wereld uiteindelijk met elkaar verbonden is. Dit visioen, Connected World, is sterk geïnspireerd op het idee van het Nirvana; de hoogst bereikbare staat van absolute innerlijke rust.
Mori zoekt naar kosmische ervaringen. Megalithische monumenten in Japan en Schotland vormden de basis voor nieuw werk, dat onder andere bestaat uit foto’s en een serie steeds van kleur veranderende ultra hightech installaties die in verbinding staan met het heelal. De kunstwerken wijzen de bezoekers op onze verbondenheid met het heden, verleden en de toekomst.
Het kunstwerk uit 2003 met de titel Oneness bestaat uit zes zachtblauwe, ‘buitenaardse’ figuurtjes die elkaars hand vasthouden. Ze staan met de ruggen naar elkaar op een rond voetstuk en zijn verbonden door magnetische infrarood sensoren, die in de borst van de aliens, reageren op omhelzingen van bezoekers.
Met behulp van een signaal versterker worden hartslagen met een lage frequentie opgewekt.
Wanneer de bezoeker een van de figuren knuffelt, lichtten de ogen op en beginnen de hartjes te kloppen. Wanneer ze alle zes tegelijkertijd worden omhelsd, gaat ook het voetstuk stralen.
Het kunstwerk uit 2003 met de titel Oneness bestaat uit zes zachtblauwe, ‘buitenaardse’ figuurtjes die elkaars hand vasthouden. Ze staan met de ruggen naar elkaar op een rond voetstuk en zijn verbonden door magnetische infrarood sensoren, die in de borst van de aliens, reageren op omhelzingen van bezoekers.
Met behulp van een signaal versterker worden hartslagen met een lage frequentie opgewekt.
Wanneer de bezoeker een van de figuren knuffelt, lichtten de ogen op en beginnen de hartjes te kloppen. Wanneer ze alle zes tegelijkertijd worden omhelsd, gaat ook het voetstuk stralen.
Het materiaal en de techniek die Mariko Mori gebruikte, boden haar zowel technische als esthetische mogelijkheden. Het materiaal technogel stelde haar in staat om een interactief kunstwerk te maken.
In de interactie met het publiek brengt Oneness (eenheid) het concept van kosmische eenheid in beeld, een belangrijk thema van de kunstenares. Oneness is een allegorie voor verbondenheid, verbeelding voor het verdwijnen van de grenzen tussen ‘het zelf’ en anderen. Het is een symbool voor tolerantie en acceptatie, een model voor het overwinnen van de nationale en culturele grenzen. Het is ook een weergave van het boeddhistische begrip eenheid, waarin de bestaande wereld gezien wordt als een samenhangend organisme.